Hoewel kunststof- en aluminiumgasflessen in opkomst zijn, wordt in de praktijk voor het kamperen twee andere typen gasflessen het meest gebruikt. Het populairst bij caravankampeerders is nog altijd de grijsgroene fles met een vulgewicht van 5 kg, ook wel de ‘DIN’-fles genoemd. Je herkent deze aan de kraag die de afsluiter beschermt. Op de kraag of op de voet van deze fles staat een keurmerk.
Flessen CampinGaz bevatten altijd butaan. De grijsgroene 5kg-flessen zijn vaak geschikt voor zowel butaan als propaan, maar meestal zit er propaan in. Op de kraag staat voor welke gassoort de fles geschikt is (C = butaan, B/P = geschikt voor beide gassoorten). Butaanflessen mogen nooit met propaan gevuld worden! Andersom mag wel.
Een lege CampinGazfles kun je alleen omruilen voor een volle. Een lege propaanfles kun je, behalve omruilen, ook laten vullen. Ruil je zo’n fles om, let dan op de resterende goedkeuringstermijn. Ruil je een oudere fles om voor een jonger exemplaar, dan moet je het verschil ‘in jaren’ bijbetalen. Voor het vullen heb je soms een verloopnippel nodig. Deze kun je kopen in kampeerzaken.
Kampeer je in de zomer, dan maakt het niet uit of je propaan of butaan gebruikt. Ben je echter van plan om te gaan winterkamperen, dan ben je aangewezen op propaan. Beide soorten zitten in vloeibare vorm in de fles. De overgang van vloeistof naar gas vindt plaats bij ongeveer 4 ºC als het om butaan gaat en –40 ºC bij propaan. Bij winterse temperaturen kun je geen butaan gebruiken, omdat het de fles niet meer uit wil. Ongeacht of er butaan of propaan in de fles zit, loopt de druk in de gasfles op naarmate de buitentemperatuur stijgt. Zet de fles daarom niet in de volle zon.
Een gasdrukregelaar voorkomt dat de volle druk van de fles op het gastoestel komt te staan. Als vuistregel geldt dat je de regelaar om de tien jaar moet vervangen.
Wil je weten welke gasfles het meest geschikt is voor jou? De KCK heeft ze op een rijtje gezet in het gasflessenoverzicht.
Het verschil zit ‘m voornamelijk in de temperatuur waarbij ze van vloeistof in gas over gaan, het zogenoemde kookpunt. Bij butaan is dat 0 en bij propaan -44 graden Celcius. Onder de vier graden kun je butaangas vrijwel niet meer gebruiken, omdat het dan slecht in gasvorm overgaat. Butaan- en propaangas worden beide gewonnen uit de bekende autobrandstof lpg (liquefied petroleum gas), wat eigenlijk gewoon een mengsel van die twee is.
De druk in een gasfles varieert van 1 tot wel 17 bar. Omdat de gastoestellen, zoals kachel, koelkast en kookplaat over het algemeen een werkdruk van 30 of 50 millibar hebben, moet die flesdruk worden verlaagd. Dat doet de drukregelaar.
Als in een gasdrukregelaar zonder afblaasveiligheid iets mis gaat, bijvoorbeeld het membraan scheurt, dan komt volledige flessendruk (tot 17 bar) op de verbruikers − kachel, kookplaat en koelkast − te staan. De afblaasveiligheid begrenst de druk in die gevallen tot 2 à 3 maal de gebruiksdruk, door gas te laten ontsnappen via het afblaasventiel. Een fles met zo’n regelaar moet dus altijd in een afgescheiden ruimte staan met een afvoer in de bodem.
Fabrikanten van gastoestellen bepalen de werkdruk waaronder de door hen geproduceerde apparatuur optimaal werkt. De meeste caravanfabrikanten kiezen tegenwoordig allemaal voor 30 millibar-apparatuur, maar ook 50 millibar-werkdruk komt nog voor. Heel zelden kom je nog een andere druk tegen. Afhankelijk van de werkdruk van de apparatuur wordt door een caravanfabrikant een drukregelaar gemonteerd.
Alleen als iemand zelf apparatuur inbouwt kan dit gebeuren. De professional kiest gebruikers met dezelfde gasdruk. Als de werkdruk toch verschilt, dan kan een gasdrukstabilisator in de leiding van de gebruiker met de laagste druk de oplossing zijn. Het probleem is ook op te lossen door twee aparte regelaars te gebruiken, maar dan moet het gasleidingnet gescheiden zijn.
De BOVAG adviseert om elke twee jaar de gehele gasinstallatie te laten controleren. Daarbij worden gasdichtheid, werking van thermokoppels en gaskranen, rookgasafvoer en ventilatieopeningen gecontroleerd. De werking van de gasapparatuur wordt gecontroleerd want gasvlammen moeten ‘schoon’ branden om het ontstaan van schadelijke rookgassen te voorkomen. Eventueel worden branders schoongemaakt of vervangen.
Controleer de ventilatieopeningen. Deze bevinden zich in de disselkast en onder de koelkast. Deze openingen moeten altijd vrij zijn. Eventueel lekgas, dat zwaarder is dan lucht, kan dan via die ventilatieopeningen ‘weglopen’. Gas wordt pas gevaarlijk als het zich kan ophopen tot een explosief mengsel.
Controleer de leidingen met zeepsop of met een speciaal middel dat in spuitbussen wordt verkocht.
Neem de mantel van de kachel weg om stof en vuil weg te halen. Het rubberen ringetje van de drukregelaar, in de aansluiting op de fles, kun je los kopen ter vervanging van uitgedroogde exemplaren. En vergeet niet de gasslang te controleren op scheuren en slijtage.
Verbranding veroorzaakt stikstofdioxide en koolmonoxide. Stikstofdioxide kan kortademigheid, hoesten en verkoudheidsverschijnselen veroorzaken. Gevaarlijker is koolmonoxide, een giftige verbinding tussen koolstof en zuurstof. Elk jaar overlijden er in Nederland enkele mensen aan koolmonoxidevergiftiging. Slecht werkende branders en/of onvoldoende ventilatie zijn de oorzaken. Zorg dus voor toevoer van verse lucht. Ventileer altijd, maar vooral tijdens het koken. Gebruik nooit een kooktoestel om caravan of tent te verwarmen. De gebruikelijke caravankachels, waarbij de verbranding in een gesloten huis plaatsvindt, zijn overigens zeer veilig als er regelmatig onderhoud aan wordt gepleegd. Controleer wel af en toe of de rookgasafvoer nog goed vast zit en niet beschadigd is.
Er is wettelijk niets over geregeld. Het ANWB-advies is om oranje propaanslangen elke vier à vijf jaar te vervangen en de zwarte butaanslangen elke twee jaar. Controleer tussentijds wel geregeld op beschadigingen en scheurtjes. Een regelaar moet je na een jaar of tien vervangen, omdat het membraan eventueel kan verdrogen of scheuren. Drukregelaars voorzien van een ‘B’ zijn bedoeld voor butaangas en mogen nooit voor propaan worden gebruikt. Neem de ‘oude’ regelaar even mee naar de winkel om vergissingen te voorkomen.